Rond

Eind twintig was ik. Na mijn studie was ik vol passie begonnen met werken als psycholoog. Na een paar jaar in de psychiatrie werd ik gevraagd om weer bij justitie te komen werken,. Met beide handen greep ik de kans aan. De mogelijkheid om een afdeling te helpen opzetten en ook nog betere arbeidsvoorwaarden en kortere reistijd, wat wilde ik nog meer? Gedreven ging ik met een aantal collega’s uit het gevangeniswezen aan de slag om een afdeling op te zetten, waar zorg en repressie elkaar aanvulden. We zouden verslaafde draaideurcriminelen helpen hun disfunctionele patronen te doorbreken en hun re-integratie in de maatschappij te stimuleren.

Al bij het aannemen van de rest van het personeel bleken de hiërarchische structuur van het gevangeniswezen en de empatische zorg soms te botsen. Ook het ons-kent-ons hielp niet mee. Geld bleek -begrijpelijk- voor velen een belangrijke drijfveer te solliciteren. Een stapje hoger, ook in de hiërarchie. Maar de passie voor het project zelf ontbrak regelmatig.

De mooie plannen liepen regelmatig spaak doordat oude denkwijzen niet opzij gezet konden worden door meerdere mensen die al tientallen jaren in de Bijlmerbajes werkten. Vanuit mijn andere denkkader probeerde ik alles om het zorgperspectief op de afdeling hoogtij te laten vieren. Ik stond mijn vrouwtje, maar het voelde steeds meer als zwemmen tijdens een orkaan. Langzaam verzoop ik. Enkele gebeurtenissen op de afdeling die volgden, kon ik niet meer aan mezelf verantwoorden.

En toen kwam de heidag. Ik had besloten mijn zegje te doen. Dat was officieel ook de bedoeling, maar ik wist beter. Ik luidde alsnog de klok met verpletterende stilte als gevolg. Een week later kreeg ik de brief. Ik mocht per direct de gevangenis niet meer in. Naïef als ik was geloofde ik in gerechtigheid, maar dat werd na 10 maanden juridisch gedoe slechts deels waarheid.

Maar het mooiste had ik bereikt, ik kon en kan mezelf recht in de spiegel aankijken en na deze gebeurtenissen volgde ik mijn droom: een jaar reizen.

Twee weken geleden, twintig jaar na dato, was ik bij een diner op een bijzondere locatie. Met mijn man en vrienden gingen we naar de Bijlmerbajes waarvan nog één toren is behouden. Voor de gerechten werden geserveerd, was er een rondleiding door een deel van het voormalige huis van het bewaring. Het was een trip down memory lane. Eindelijk was ik weer terug op de plek waarvan ik nooit afscheid had kunnen nemen. Ik heb er paar goede glazen op gedronken. De cirkel was nu écht rond.